De acht taken van een speechschrijver
De klassieke retorica is na 2000 jaar nog steeds jong en aantrekkelijk en vooral: ook in onze 21 ste eeuw nog steeds de basis voor de productie van een overtuigende, boeiende en inspirerende speech. Het was daarom een bijna surrealistische ervaring toen een deelnemer aan een seminar over overtuigingstechnieken aan gastspreker Jon Favreau, voormalig speechschrijver van president Obama, vroeg: “Mr Favreau, have you heard of rhetorics? And did you ever use rhetorics in your speeches for Obama?”
Dat is zoiets als aan sterrenkok Sergio Herman vragen: “Weet u wat een fornuis is? En heeft u wel eens een fornuis gebruikt bij het bereiden van uw gerechten? “Want zoals er geen mooi gerecht is zonder fornuis, is er geen mooie speech zonder retorica, zonder de al ruim tweeduizend jaar overgeleverde overtuigingsmiddelen die van een reeks ingrediënten een goed doorbakken verhaal bereiden: een speech
waarmee je echt je punt maakt. Retorica is het fornuis én het kookboek voor speechschrijvers.
Maar net als met ieder ander kookboek voel ik me niet geroepen om me strak aan de recepten te houden. Ik ben meer een kok die gelooft in een handje van dit en een snuifje van dat. Een kookboek geeft ideeën die je naar je hand kunt zetten, die je kunt aanpassen aan je ingrediënten en je eigen creativiteit. En aan je eigen omgeving.
Dat is volgens mij wat Cicero bedoelde toen hij in De Oratore schreef: “Eerst waren er de goede sprekers die instinctief deden wat succes heeft en daarna kwamen er retorici die van die natuurtalenten de kunst afkeken. Op basis van hun observaties stelden zij richtlijnen op voor de latere sprekers, die daarmee weer hun voordeel konden doen.”
En dat is dus wat ik gedaan heb: ik heb de kunst van het speechschrijven samengevat in acht taken voor de latere sprekers en schrijvers, die daarmee hun voordeel kunnen doen. Taken die zijn gebaseerd op mijn observaties en ervaringen en passen bij onze tijd en bij onze samenleving. Taken die je ook kunt zien als stappen op weg naar een passende en overtuigende speech.
Die acht taken zijn:
Taak 1: de speech past bij de spreker
De uitdaging voor een speechschrijver is een tekst schrijven die bij de spreker past, wie dat ook is. Dus moet je je verdiepen in de taal van je spreker, moet je weten wat hem of haar drijft en inspireert, maar ook wat je spreker leest en luistert. Hoe meer je weet, hoe beter je je spreker snapt, hoe passender de speech is die je schrijft. Dat zijn ook dingen waar je je van bewust moet zijn als je een speech voor jezelf schrijft.
Taak 2: de speech past bij de luisteraars
Wie zijn de luisteraars? Wat willen ze horen? Maar ook: wat wil je dat de luisteraars oppakken van de speech? Dat zijn een paar van de vragen die een speechschrijver altijd moet zien te beantwoorden voordat je kunt gaan schrijven. Want de antwoorden vertellen je welke boodschap je kunt laten beklijven, welke argumenten en voorbeelden het beste zullen overtuigen, welk verhaal het meeste zal boeien, welke
woorden je wel en welke je beter niet kunt gebruiken. En alleen dan kun je een passende speech schrijven, een speech die boeit én overtuigt.
Taak 3: de boodschap is overtuigend
De basis van een heldere speech is een heldere boodschap. Een boodschap die kort en bondig is, maar ook boeiend en prikkelend. Een boodschap die je vervolgens moet aankleden met argumenten, met beelden en voorbeelden. Zo maak je je speech overtuigend. Omdat de boodschap vaak moet worden afgestemd met de omgeving van de spreker, besteden we ook aandacht aan de rol van de speechschrijver als adviseur.
Taak 4: de structuur is hoorbaar
Een heldere speech heeft ook een heldere structuur: wat bij elkaar hoort staat bij elkaar in een logische volgorde. Met andere woorden: je moet zorgen voor samenhang, voor een hoorbare rode draad in je speech. Dat is belangrijk omdat je luisteraars niet kunnen terugbladeren; je moet ze bij de eerste tonen vastpakken en tot het slotakkoord niet meer loslaten.
Taak 5: de speech is concreet
Een beeld zegt meer dan duizend woorden, wordt vaak gezegd. Dat geldt niet alleen voor visuele beelden, maar ook voor concretiseringen. Concretiseren betekent: abstracte zaken begrijpelijk en toegankelijk maken en ze ‘op het netvlies’ van de lezer zetten. Of je nu wil informeren en/of overtuigen: concrete voorbeelden helpen daarbij. Voorbeelden waar de luisteraar zich iets bij kan voorstellen, die aansluiten bij zijn of haar belevingswereld. Verhalen vertellen (storytelling) is een vorm van concretiseren.
Taak 6: de speech is geschreven voor het oor
Schrijven voor het oor betekent dat je niet alleen duidelijke taal moet gebruiken, maar ook op zoek moet naar woorden die het abstracte concreet maken, die saai spannend maken en gewoon bijzonder. Dus geen vaktaal of vaagtaal, geen kantoortaal of jargon, geen schrijftaal maar speechtaal. En bedenk altijd: taal is nooit neutraal, dus kies je woorden met zorg, kies woorden die overtuigen. dat noemen we
framing….
Taak 7: de speech is stijlvol en aantrekkelijk
Om te zorgen dat je speech aantrekkelijk is om naar te luisteren, gebruik je retorische stijlmiddelen: om je speech beeldend te maken en om er pathos en ritme aan toe te voegen. Welke stijlmiddelen kun je gebruiken en hoe zet je ze zo goed mogelijk in?
Taak 8: de presentatie is goed voorbereid
Om te zorgen dat een mooie tekst zo goed mogelijk overkomt, is een goede voorbereiding het halve werk. Wat is de spreekstijl van je spreker? Hoe kun je podiumangst overwinnen? Hoe kan je spreker – hoe kun je zelf – je stem het beste gebruiken om je speech overtuigend en zelfverzekerd te brengen, met het juiste ritme, klank en toon?